Vier jaar was Lukas Kerrebijn toen hij voor de eerste keer naar FC Den Bosch in Stadion De Vliert zou gaan. Zou. Want zijn opa Piet van Koppen, familie van de Bossche familie Suijkerbuijk en fanatiek FC-er, overleed kort voor de wedstrijd die ze samen zouden bijwonen. De blauwwitte liefde op het eerste gezicht blijft uit. Maar twintig jaar later loopt Lukas Kerrebijn alsnog De Vliert binnen. Niet om een wedstrijd van zijn opa’s geliefde club te kijken, maar om als hoofdsponsor van de profclub een contract te tekenen. Kerrebijn is niet alleen. Zakenpartner Kamil Boussatta, eveneens 24 jaar jong, vergezelt de Amsterdammer met Bossche roots. Opa Piet zou trots geweest zijn.
Veertig uur per week op kantoor zitten en doen wat de baas zegt? Het past niet bij het oerbrein van Lukas Kerrebijn en Kamil Boussatta. De geboren ondernemers presteren het beste als ze hun eigen koers kunnen varen. Het keurslijf van een schoolsysteem, de teugels waar een werknemer aan hangt, het is aan de jonge entrepreneurs niet besteed. Hoe lang die teugels ook zouden zijn. Wie naar deze zakenmensen kijkt en luistert ziet energieke jongemannen met een verhaal te vertellen.
Voetbal. Het is de rode draad in hun leven. Samen voetballen, voetbal kijken en over voetbal ouwehoeren: Lukas Kerrebijn (24) is al bevriend met Kamil Boussatta (24) sinds ze elkaar op hun achtste voor het eerst zagen. Uiteraard op een voetbalveld. Het klikt meteen. Ook in het pupillenteam van amateurclub Sporting Martinus in Amstelveen spelen ze elkaar al graag de bal toe. Als kind hebben ze maar één droom: profvoetballer worden. Kerrebijn: “We zagen elkaar bijna dagelijks, deden veel samen. Met name met de bal.”
Voetbal bracht de jeugdvrienden veel lichtzinnige en zorgeloze uren. Tussen de dromen van toen en de realiteit van nu liggen jaren van fascinatie en hartstocht die de bal steeds weer opwekt in hun jongensharten. Kerrebijn ging tijdens zijn jeugd nergens heen zonder bal. Op de basisschool kunnen de lessen hem niet veel boeien en wacht hij met het afgetrapte, leren ‘vijfje’ tussen zijn voeten ongeduldig op de pauze en het schoolplein. Totdat haperende spieren en ander blessureleed de voetbaldroom verstoren. Kerrebijn, die een aardig balletje kan trappen, is er de persoon niet naar om bij de pakken neer te zitten. Hij verzoent zich met het lot en verlegt zijn ambities en focus: hij besluit ondernemer te worden. Al vrij jong was hij op het VWO bezig met het ondernemen en handeltjes. Met de voorwaartse drang die een spits eigen is, gaat hij zoals hij alles doet in zijn jonge leven, all-in op het ondernemerschap. Kerrebijn is vijftien jaar als hij zijn eerste bedrijfje opricht. Zonder terughoudendheid bedenkt hij op de zolderkamer van zijn ouderlijk huis met wisselend succes de ene na de andere onderneming, van webshops tot een thuishulpapplicatie die senioren en hun mantelzorgers verbindt en ontzorgt. Zijn roeping vindt Kerrebijn als hij stage loopt bij een makelaar. In die tijd wordt op Amsterdamse huizen standaard 20 procent overboden. Het valt hem op dat een makelaar ‘helemaal niet zoveel hoeft te doen en dat het verkopen wel héél gemakkelijk gaat’. Kerrebijn vraagt zich af waarom klanten eigenlijk courtage moeten betalen en wil een manier bedenken om vastgoed kosteloos te verkopen. Hij doet ‘héél véél research’ en komt tot de conclusie dat beleggers de doelgroep moeten worden van het bedrijf dat hij dan al in zijn hoofd heeft uitgetekend en opgericht: RD Vastgoed. Niet veel later ziet de onderneming het levenslicht.
Boussatta komt dichterbij een bestaan als profvoetballer. Hij speelt een tijdje in de jeugdopleiding van Almere City FC, maar kan de stap naar het eerste uiteindelijk niet maken. Boussatta erft niet alleen de voetbalgenen van zijn vader en voormalig profvoetballer Dries, ook de ondernemersgeest krijgt hij van zijn ouders mee. Nu Koning van de Voetbalvelden er niet in zit, ontdekt de jonge Boussatta op de HAVO zijn voorliefde voor de ‘sales’. Hij besluit dat hij zich de kneepjes van het vak van A tot Z eigen wil maken en dat is precies wat hij doet.
De jeugdvrienden van weleer verliezen elkaar in de tussentijd niet uit het oog. Ze houden contact en natuurlijk zijn de toevallige ontmoetingen op een voetbalveld of in een stadion nooit ver weg. Voetbal zit bij de vrienden in hart en zal altijd de rode draad blijven in hun vriendschap. Aan het einde van 2021 is het ook het voetbal dat de twee opnieuw bij elkaar brengt en een nieuwe, gezamenlijke droom in hun hoofden plant. Kerrebijn heeft anderhalf jaar daarvoor op zijn twintigste RD Vastgoed opgericht en timmert aardig aan de weg met het bedrijf dat naast particuliere vastgoedbeleggers ook onder andere profvoetballers en artiesten adviseert op het gebied van beleggingen en asset management. Zo komen de netwerken weer bij elkaar en wordt Boussatta partner in RD Vastgoed. Samen hebben ze vervolgens RD Dubai opgericht. Die onderneming is een voortvloeisel uit de successen die worden geboekt met het Nederlandse bedrijf. Kerrebijn vertelt:
“Voor ons is het een halszaak om vastgoedbeleggers altijd de juiste investeringskansen te bieden en als dat betekent dat die over de grenzen liggen, dan bewegen we daarin mee. Door de veranderde wet- en regelgeving wordt de vastgoedmarkt in eigen land onaantrekkelijker gemaakt, terwijl beleggingen in hotspot Dubai een ‘goed rendement’ opleveren. Vandaar dat RD Dubai is opgericht. Binnen het bedrijf begeleiden en adviseren wij investeerders van A-Z bij het aankopen, verhuren en beheren van vastgoed in Dubai. Gezien de hoge rendementen kan dit voor beleggers ontzettend interessant zijn.”
“Eigenlijk is er in pakweg vijftien jaar wat dat betreft nauwelijks wat veranderd,” zegt Boussatta. “Alleen is samen voetballen samen ondernemen geworden.” Het was voor Kerrebijn niet meer dan logisch dat hij en Boussatta ooit zakenpartners zouden worden. “Met Kamil heb ik een sterke band. We vertrouwen elkaar, kennen elkaar goed en delen dezelfde passie voor voetbal en ondernemen.”
Die passie wordt goed geëxploiteerd, want RD Dubai is een bloeiende onderneming. Boussatta: “De waarde van onze zakenrelatie zit hem in onverwachte ideeën tijdens brainstormsessies, maar ook in onze obsessieve focus op klanttevredenheid, én in onze adressenboekjes.”
Zij roemen zelf het feit dat ze elkaar ontzettend goed aanvullen. Wij komen er altijd uit met z’n tweeën,” zegt Kerrebijn. “De regel is: als één van ons het ergens niet mee eens is, dan gaat het niet door. Ik verzin graag innovatieve dingen en houdt tegelijkertijd van de praktische, operationele kant van de zaken. We werken hard, ik maak bijna standaard dagen van tien tot twaalf uur.”
Waarom wordt een internationaal opererend vastgoedbedrijf hoofdsponsor van een regionale profclub? “Den Bosch en Dubai beginnen alle twee met een D,” grapt Kerrebijn. Dan: “De reden ligt voor veel mensen misschien niet meteen voor de hand, maar wij zien veel parallellen tussen voetbal en ondernemen en tussen RD Dubai en FC Den Bosch. De merkwaarden van de club overlappen die van ons voor een groot deel. Neem ‘strijdbaar’. Dit DNA zit niet alleen diepgeworteld in FC Den Bosch, maar zit ons ook in het bloed.
Kerrebijn vult aan: “Hetzelfde geldt voor hartstocht. Onze passie is intens en onvermoeibaar. Net als bij FC Den Bosch, waar niet voor niets wordt gezegd dat je met heel je hart achter de club staat en blijft staan. Wat er ook gebeurt. Ook in de groei-wens herkennen en vinden we elkaar. Het karakter van FC Den Bosch is gevormd door vallen en weer opstaan. Bij de club praten ze uit ervaring dat je tegenslagen nodig hebt om te kunnen groeien. Zo denken wij ook. Je verliest niet als je valt, maar pas als je niet meer op wilt staan. Dat hebben we dus ook met FC Den Bosch gemeen. Zonder wrijving geen glans.”
En het Bossche? Kerrebijn: ”Mijn moeders roots liggen in deze stad. Ook al kom ik er zelf niet vandaan, de manier van leven spreekt me wel aan. Het gevoel van saamhorigheid, het gemoedelijke en bourgondische.”
Boussatta: “Het past allemaal mooi, maar de belangrijkste reden voor het hoofdsponsorschap is toch wel dat we de naamsbekendheid van RD Dubai willen vergroten. Voetbal is wereldwijd de meest populaire sport die er is. Er is geen podium zo groot als een voetbalpodium. FC Den Bosch heeft een rijk verleden en was ooit een grote speler. Nu begint de club aan haar tweede jeugd en staat ze aan het begin van een sportieve opmars. Wij hebben nog niet heel veel leven achter de rug en zo’n beetje iedereen in het stadion heeft meer verleden met FC dan wij, maar we reizen graag een stukje mee op de weg naar boven en kunnen elkaar helpen groeien. Er is geen wereld van verschil tussen de club en ons bedrijf. Voetbal is emotie. Wij koppelen zakelijkheid ook aan emotie.”
Kerrebijn en Boussatta zien zichzelf niet als buitengewoon slimmer of handiger dan anderen, maar vastberadener zijn ze wel. “Ondernemen zie ik als topsport. Alle details zijn belangrijk,” stelt Kerrebijn. “Zo moet je hard willen en kunnen werken, maar ook weten wanneer je gas terug moet nemen en je rust moet pakken. Ondernemen gaat net als de voetballerij met vallen en opstaan. En soms moet je een stapje terug doen om er vervolgens twee vooruit te kunnen zetten. De samenwerking met FC Den Bosch is een stap vooruit. We willen de club helpen groeien en tegelijkertijd ons bedrijf verder brengen. Met de synergie tussen onze organisaties creëren we een win-winsituatie. We vinden het belangrijk binnen onze partnerships dat niet alleen onze organisatie, maar ook onze partners beter worden van een samenwerking. Op dat vlak voelen we zeker een match met de club.”
Kerrebijn en Boussatta denken lateraal. Ze laten hun gedachten niet blokkeren door schijnbare onmogelijkheden. Dus zien ze kansen die anderen niet zien en dat levert regelmatig verrassende ideeën en inzichten op. Kerrebijn is mondig. Altijd al geweest. Dat mondige kwam hem op het veld en zeker als ondernemer goed van pas, tijdens zijn schooljaren niet altijd. Het scheutje bravoure in het karakter is ook Boussatta niet vreemd. Ook hij is onbevreesd, charmant en doelgericht. Heeft de competitiedrang nog een morele basis?
Kerrebijn: “Natuurlijk is het verdienmodel het uitgangspunt. In voetbal is het zo dat als je niet in de aanval bent, dan ben je in de verdediging. Binnen de vastgoedinvesteringswereld is ruimte voor verschillende soorten gedrag: de kansen die de een laat liggen, pakt de ander op. Maar dat kan zonder dat uitsluitend de meest meedogenlozen winnen.” Boussatta zegt daarover: “Als je iets bezit, is het van jou. Je hebt daar eigendomsrecht op, het exclusieve recht om iets te gebruiken, om er geld mee te verdienen en als de waarde ervan stijgt kun je het weer verkopen. De grootste fortuinen zijn ten minste ten dele te danken aan assetmanagement. Die bestaande economische orde wordt langzaam in de richting van de coulissen gedirigeerd en dat is goed. Maar wat er daarna ook komt, door ons aanpassingsvermogen kunnen we ook dat vast in een blauwdruk vatten. Wederkerigheid is een sterke tactiek. Behulpzaam zijn is een bestaansrecht. Ook wat dat betreft is een vergelijking te maken met voetbal en FC Den Bosch. Een supporter wil het gevoel hebben: de club wordt goed geleid. Dat er controle over de situatie is. In voetbal kun en hoef je geen zekerheid bieden, maar wel vertrouwen. Dat geldt voor ons ook. Wij zijn niet bezig om de concurrentie te verslaan, maar vooral om onze diensten te verbeteren. Vertrouwen is een voorwaarde.”
Kerrebijn: “Wij kunnen ons geluk goed wegen en willen ook andere mensen mooie kansen bieden om zich binnen of via ons bedrijf te ontwikkelen. We houden ook rekening met de lokale situatie in Dubai en beseffen echt wel dat de huidige markt met een dominant neoliberaal systeem soms grote ongelijkheid teweegbrengt. In onze business maken wij gebruik van de zakenwereld en laten we geld werken. We sluiten onze ogen niet voor die ongelijkheid. De verhalen dat arbeidsmigranten minder dan het minimumloon verdienen en in piepkleine kamertjes wonen, kennen wij ook. Dat is wat er gebeurt als je de economische ratio te ver het leven in duwt. Gelukkig zijn hun rechten tegenwoordig beter beschermd. De staat leert. Tegelijkertijd is er geen toverstokje dat de ongelijkheid wegtovert, hoe graag ik dat ook zou willen. Het gaat erom dat je arme mensen ook in Dubai mogelijkheden kunt geven om dingen beter te maken voor zichzelf en voor hun families.”
Hoe brengen twee 24-jarigen de wetten en regels over aan potentiele beleggers?
“Daar hebben we van meet af aan over nagedacht,” zegt Kerrebijn. “Als je ambitieus bent en dat laat merken, dan heb je meteen spatjes. Zeker als broekie. Door steeds naar mezelf te blijven kijken, heb ik geleerd hoe ik moet omgaan met mensen. Ik vraag klanten na een gesprek altijd wat ze van het gesprek vonden. Of ik van nut ben geweest en of alle vragen naar tevredenheid zijn beantwoord. Maar ook wat ze van mijn houding vonden, van de sfeer van het gesprek. Als je de klant doorgrondt en het advies helemaal op het leven van de klant hebt toegespitst, dan kun je elke vraag van de klant beantwoorden en elk gedeelte van het advies motiveren. Geld verdienen moet wel persoonlijk blijven. Daarom doen wij ons werk op transparante, persoonlijke wijze, zodat de klant dat ook merkt en daar blij van wordt. “
Kerrebijn concludeert: “Het draait erom je persoonlijke ambitie en passie net een beetje meer in te zetten en toch een prettig persoon en bedrijf te blijven. Van doorgeschoten ambitie wordt niemand beter. Het zou ook ten koste gaat van onze creativiteit en inventiviteit en plezier en solidariteit vervagen. En dat zijn nou net de bouwstenen die wij van huis uit en ook door het voetbal hebben meegekregen. Voetbal is in essentie een passie. Op het veld werden we nooit moe. Die drive en onze persoonlijke waarden leggen we nu in onze onderneming. Als er een link is met voetbal, zoals nu met FC Den Bosch, dan komen onze passies samen en is het niet het ene of het andere, maar de ene passie én het andere. Beter wordt het niet.”